Late lessen uit vroege waarschuwingen: bijensterfte en systemische insecticiden

In 1994 begonnen Franse bijenhouders melding te maken van alarmerende verschijnselen. Nadat hun honingbijen enkele dagen hadden gefoerageerd op bloeiende zonnebloemen, keerden veel van de bijen niet terug naar de kast. De bijen zaten dicht op elkaar in kleine groepjes op de grond of zweefden gedesoriënteerd voor de kast en vertoonden abnormaal foerageergedrag. In sommige gevallen werden ook dode bijen aangetroffen voor de kast.
Onderzoek wees in de richting van het systemische insecticide Gaucho® van Bayer, dat voor zaadbehandeling wordt gebruikt, met als werkzame stof imidacloprid. In dit hoofdstuk geven we een historisch overzicht van de ontwikkeling van het bewijsmateriaal aangaande risico’s van zonnebloem- en maïszaadbehandeling met Gaucho® voor honingbijen, en analyseren we de acties die zijn ondernomen als reactie op de zich opstapelende aanwijzingen voor deze risico’s.

Voorts worden de maatschappelijke processen beschreven die uiteindelijk leidden tot toepassing van het voorzorgsbeginsel in Frankrijk, waarbij de nadruk ligt op de manier waarop de stakeholders tijdens de controverse de onderzoeksresultaten hebben gebruikt om het beleid te beïnvloeden.
Onafhankelijke wetenschappers bevonden zich in deze controverse in een zeer moeilijke positie. De resultaten van hun werk speelden een centrale rol in een maatschappelijk debat waarmee grote economische en politieke belangen gemoeid waren. In sommige gevallen werd hun werk niet beoordeeld op zijn wetenschappelijke merites maar op de vraag of de positie van bepaalde stakeholders erdoor werd versterkt. Door deze situatie werden het vermogen en de moed van de wetenschappers om weerstand te bieden aan de druk en door te gaan met het onderzoek naar imidacloprid flink op de proef gesteld.
Ook andere Europese landen schortten het gebruik van neonicotinoïden als insecticiden voor zaadbehandeling op. Deze besluiten werden ondersteund door onderzoeksresultaten betreffende de toxiciteit van neonicotinoïden in het stof dat vrijkomt bij het zaaien van met deze middelen gecoat zaad.
Governance met betrekking tot controversen over chemische risico’s moet worden gebaseerd op voortdurende aandacht voor het behoud van wederzijds vertrouwen tussen de bij het debat betrokken stakeholders, met inbegrip van wetenschappers en beleidsmakers. In dit hoofdstuk worden uit deze casus acht lessen getrokken aangaande governance van controversen over chemische risico’s.

Lees het hele rapporthoofdstuk: http://www.bijensterfte.nl/sites/default/files/NL_EEA_2013_Late_Lessen_B...

Recent